“Prachtig, maar zwaar fietsparcours”
Hans Van den Buverie (39) zette een knappe prestatie neer tijdens de Alpe d’Huez triathlon. Acht jaar geleden stond hij er voor het laatst aan de start. “Ondanks het langere fietsparcours vervolledigde ik de triatlon 20 minuten sneller dan de laatste keer”, klinkt het.
Hans Van den Buverie mag zich tot een van de betere amateurtriatleten van ons land tellen. Hans werd twee keer wereldkampioen bij de amateurtriatleten. “Ik ben van nature altijd wel een goede fietser geweest”, vertelt Hans. “Ik koerste enkele jaren in de beloftencategorie, maar was nooit geen goede wringer in het peloton. Nadat ik het koersen voor bekeken hield heb ik wat cyclo’s en MTB marathons gereden en nu en dan was daar ook al eens een recreatieve tijdrit bij. Het was mijn broer die me aanspoorde om een tijdrittenfiets aan te schaffen. In 2012 reed ik twaalf tijdritten, ik won ze allemaal en zo kreeg ik de smaak te pakken. Dat Van den Buverie zich goed voelt op de fiets bewees hij vorig jaar tijdens de Everesting Challenge. Tijdens de challenge – die ook door heel wat bekende wielrenners werd ondernomen – haalde Hans een hoogte van 10.055 meter, goed voor een afstand van 304,68 kilometer in een tijd van 12u48m21s. Niet slecht voor een ‘amateur’.
Acht jaar geleden was Hans naar eigen zeggen vooral nog een fervent fietser die nu en dan eens een triatlon wou doen. Heel wat ervaring later zet Van den Buverie een knappe prestatie neer in de Franse Alpen. “De 2.200 meter zwemmen verliepen relatief goed”, vertelt Hans. “De watertemperatuur in de Franse Alpen is niet bepaald tropisch. Dit jaar viel dat echter wel mee. Na de zwemproef volgde de fietsrit van 120 kilometer. Het was een prachtig, maar erg zwaar fietsparcours. Gezien het vele klimwerk en de soms technische afdalingen heb ik bewust gekozen om de rit met de koersfiets en niet met de tijdritfiets te doen. Met mijn 78 kilogram ben ik meer geschikt voor de iets vlakkere en golvende omlopen. Wout Van Aert heeft echter getoond dat gewicht relatief is (lacht). Goed kunnen opschuiven in het fietsen en een elfde klimtijd op de slotklim bewezen dat ik dat goed ingedeeld had.”
Hans begon als 22ste algemeen en 1ste bij de masters met de loopproef. “De zware fietsrit en de hoogte van 2.000 meter zorgden er voor dat het lopen wat tegenviel”, vervolgt Hans. “Uiteindelijk bleek dat allemaal nog wel mee te vallen en kon ik toch mijn plaats behouden. Ik kwam als 22ste algemeen over de finish en met winst bij de masters. Ondanks het iets langere fietsparcours – in vergelijking met mijn laatste deelname acht jaar geleden – zette ik een tijd van 6.15 uur neer, 20 minuten sneller dan mijn laatste deelname dus. Dit jaar namen enkele toppers deel, met mijn 6.15 uur zou ik de voorgaande jaren een pak dichter in het klassement hebben gestaan.”
Een knappe prestatie dus voor de Bredenaar. “Wat er dit jaar nog op het programma staat? Ik doe nog mee met de Iron Lakes triathlon. Ik won die al eens in 2019 en het is de enige volledige triathlon van België. En misschien waag ik me ook nog aan de ‘Hel van Kasterlee’, die weleens de zwaarste duathlon van de wereld genoemd wordt.”