Historisch: De bevrijding van Bredene

0
50

Jacques Deroo schetst ons een stuk belangrijke geschiedenis gedurende 10 dagen.

We mogen de Canadezen NOOIT vergeten.

VANDAAG 9 september WERD BREDENE door de Canadezen BEVRIJD!!

Gisteren waren de Canadezen al in Veurne, Oostduinkerke, Nieuwpoort, Westende, Middelkerke en Oostende waar de meesten dezelfde dag werden bevrijd, in andere gemeenten werd er nog even gevochten.

Vandaag, 9 september zouden de Canadezen doortrekken naar Bredene, De Haan, Wenduine en Blankenberge, waar ze zonder slag of stoot die kustgemeenten zouden bevrijden. Aan de Westkust gingen ze naar Koksijde en De Panne.

Bredene.

Toen de Canadezen gisteren te Oostende aankwamen begonnen de Sassenaars in alle café’s te feesten, desondanks de grote ontploffing van de snelbootbasis waarbij 5 Bredenaars het leven lieten.

Eindelijk 9 september, eindelijk trokken de Canadezen Bredene binnen. Men meende dat alle Duitsers vertrokken waren en de tocht liep aldus vrij snel. Toch waren er nog meer dan honderd Duitsers te Bredene. Zij gaven zich echter vlot over. Gezien de 2 Demey-sluizen en alle bruggen tot ontploffing waren gebracht konden de Canadezen niet via de Slijkense steenweg naar onze gemeente. Alle andere bruggen bij het houthandelaarsdok en vlotdok waren ook vernietigd, behalve die ene aan de roeiclub Sport Nautique. Dus kwamen ze met hun tanks daar de intrede doen en gingen ze zo naar ‘t Sas. Via de Prinses Elisabethlaan, Nukkerstraat en huidige Sportstraat naar ‘t dorp. Vervolgens de Duinenstraat en Kapelstraat (waar heel wat huizen zwaar beschadigd waren). Verder richting Klemskerke en De Haan. Raoul Eeckhout, overleden gewezen Bredense politiecommissaris, herinnerde zich de lange sliert Duitse gevangenen in de Nukkerstraat (kwamen vanuit ‘t dorp). Mon Lams was 12 jaar en woonde in de Kapelstraat. Hij vertelde dat die Canadezen zeer vriendelijk waren en sinaasappelen, kauwgom, Player-sigaretten en chocolade uitdeelden. Hij durfde dit niet aannemen. Maanden later zag hij in de licht beschadigde St Theresiakerk (bijna voltooid in aanbouw) in de doopkapel nog heel veel Player-sigarettensloffen liggen. (Tijdens de oorlog gebruikte men de crypte als schuilplaats voor de plaatselijke bevolking). Bij de jonge Gerard Vandebogaerde (houthandelaar in de Sluizenstraat en leeft nog) waren de wraakacties van de verzetsstrijders die hem bij zijn gebleven. Als klein jongetje begreep hij niet waarom sommige vrouwen op zo’n onmenselijke manier werden behandeld, werden kaalgeschoren op een niet voorzichtige manier en met allerlei gereedschap. Van sommige zwarten werd het schoon meubelmateriaal door de vensters gesmeten en verbrijzeld, zelfs vanop de 2de verdieping. Zulks mooi gerief terwijl anderen niks hadden. Sommigen werden zeer hardhandig aangepakt en weg gevoerd. We zagen grote troepen krijgsgevangen die te voet werden weggeleid.

De burgemeester Zwaenepoel was in 1941 door de Duitsers afgezet, maar vanaf de intrede van de Canadezen nam hij opnieuw de leiding en riep de gemeenteraad bijeen. Die zou samenkomen op 13 september 1944 en heel wat mensen werden ontslagen. Lees daarover meer op 13 september.

De Haan

Hotel Astoria werd voor 6 weken het hoofdkwartier van de Canadezen. Jawel 6 weken, omdat hun opmars in Zeebrugge door de Duitsers werd onderbroken. Zes weken zou er nog gevochten worden voor de bevrijding van Zeebrugge, Heist en Knokke. Dan pas kwam de ingang Scheldemonding vrij en konden de geallieerden door varen naar Antwerpen. De Haan was de Canadezen zeer dankbaar. Het jaar daarop werden een afgevaardigden van de Manitoba’s uitgenodigd voor een grootse viering. Er werd een Manitobastraat, een Manitobahelling en zelfs een Manitobawijk ingehuldigd als blijvende herinnering. Vorig jaar, april 2024, kwam de dochter Katie van de Canadese soldaat Hugh Braden hier zijn bevrijdingstocht overdoen. Zowel in De Haan als in Blankenberge werd ze door het gemeentebestuur ontvangen, later ook nog te Brugge en andere steden. In Blankenberge legde ze bloemen neer bij het herdenkingsmonument op de Manitobaplein.

Blankenberge

Op 6 september waren omzeggens alle Duitse bezettingssoldaten gevlucht. Toen de Duitsers begonnen terug te trekken bevlagden de inwoners hun huizen met de Belgische vlag om de bevrijders aan de Westkant van de stad op te wachten. Men wist toen nog niet als het Amerikanen, Engelsen of Canadezen zullen zijn die hier zouden komen. Blijkbaar was de radiocommunicatie dus niet zo goed.

De wnd burgemeester alle oud-strijders 1914-18 op om naar de raadzaal te komen om te vragen als vrijwillige tijdelijke hulppolitiekorps om de orde te handhaven, want de leden van de “reserve-hulppost” waren toen geschorst omdat ze hun post hadden verlaten zonder de nodige bevelen van hun oversten. Ze werden op 7 september aangesteld en kregen een loon van 5,6 fr/u. Daags na het pamflet verbood de wnd burgemeester alle toegangen tot de duinen, zeedijk en het strand en ook de havengebieden. Omwille van het gevaar.

7 + 8 september: plots waren hier weer Duitsers. Het waren kleine groepjes SS en Duitse Wehrmacht-soldaten , maar het waren ook vluchtende soldaten, niet deze vanuit Blankenberge, maar deze kwamen vanuit richting Frankrijk (dus ook van de batterijen Groenendijk te Nieuwpoort en te Westende). Ze gingen allen richting Zeebrugge naar Nederland om daar te verenigen. Maar sommige waren moegestreden en gaven zich bij de lokale politie over, sommigen deserteerden en hadden burgerkledij aangetrokken op hun vlucht. Maar er waren ook nog strijdvaardige Duitsers die de vlaggen van de huizen lieten weg halen.

Op 9 september hoorde men om 20u in de straten van Blankenberge “de Engelsen zijn in aantocht”.

Kort daarop verscheen een voorhoede van de 12de Manitoba Dragoons. In het eerste Canadees voertuig (Staghoud) zat Lt Eric James en 3 andere inzittenden. De bevolking kwam massaal naar buiten. Dit voertuig werd direct gevolgd door een tweede gevechtsvoertuig. Samen reden ze via de spuikom naar het centrum van de stad. Er stond daar een mensen zee hen op te wachten. Ze reden via de route Vredelaan – Van Maerlandstraat – DeSmet de Naeyerlaan, Stationplein naar het stadhuis (was toen nog een bijgebouw van de RMS school. Daar werd er een geïmproviseerde plechtigheid gehouden , een ontvangst georganiseerd bij flikkerende kaarslicht en het ondertekenen van het gulden boek.

Zeebrugge

De Duitsers hadden daar hele gebieden onder water gezet en hadden zich ook in Zeebrugge zich her-verzameld om controle te behouden van de Scheldemonding zodat er geen schepen van de geallieerden naar Antwerpen zouden kunnen varen. De Canadezen konden wel naar rechts rijden, richting Brugge waar hun collega’s al waren van de 4de Canadese Pantserdivisie.

Meer nieuws daarover is morgen te lezen.

Keren we even terug naar de Westhoek: bevrijding Koksijde en De Panne.

We noteren dat bij Adinkerke, bij Moeder Lambic, dat een dame Germaine Bossier, op een Canadese tank sprong en hen bloemen gaf. Zij had lang in Canada gewoond. Plots een schot van een nog achterbleven Duitse scherpschutter. De dame viel dood op de grond.

We noteren ook de dood van de Canadese soldaat Charles Richards in St Idesbald. In de nabijheid grondgebied De Panne waren gevechten tegen de Duitsers die zich naar Braydunes terug trokken. Er vielen verschillende gewonden, w.o. Richards. Hij werd in het schooltje naast de kerk van St Idesbald binnen gebracht en werd tevergeefs verzorgd. Hij werd in St Idesbald begraven en later overgebracht naar de Canadese begraafplaats te Adegem. Elk jaar wordt op die plaats in St Idesbald bloemen neergelegd ter ere van de Canadese bevrijders, meestal kont familieleden van die soldaat nog naar St Idesbald overgevlogen om de herdenking bij te wonen.

We noteren ook dat Adinkerke een hoge tol heeft betaald: 6 huizen werden volledig vernield, 45 zwaar en 60 licht. Diverse burgers stierven. Adinkerke bleef nog lang geïsoleerd, want de gebieden rond dit gehucht was volledig onder water gezet door de Duitsers. Landbouwers konden noch zaaien, noch oogsten. Beesten konden niet op ‘t veld. Pas na de oorlog, na mei 1945, toen de Duitsers weg waren uit Duinkerke kon men beginnen met de Moeren terug droog te leggen.

Belangrijkste was dat op 9 september die gemeenten in de westhoek werden bevrijd en dat Duinkerke nu omsingeld was. De Duitsers konden daar niet meer weg. Er werd niet meer gevochten. Op 8 mei 1945 was de oorlog voorbij: Duitsland had de overgave getekend.